Experiment

Het experiment bestaat uit vier beeldende opdrachten, waaraan deelnemers in de eigen omgeving werken. De volgorde van de opdrachten is voor alle deelnemers hetzelfde. 
Op hoofdlijnen kan je de vier opdrachten als volgt verdelen: de eerste 2 opdrachten zijn gericht op het  'Ik' van de deelnemer. De derde en vierde opdracht leggen meer concreet de brug naar de werkomgeving / lessituatie.
 
Elke opdracht start met een centrale vraag, waarin de koppeling wordt gemaakt met het 'ik' en/of de werkomgeving / lessituatie.
 
De mate van artistieke vrijheid verschilt per opdracht, evenals de artistieke bronnen die ten grondslag lagen aan het ontwikkelen van de opdrachten.
 
Na elke opdracht vullen de deelnemers een aantal zelfreflectievragen in. Tezamen met het gemaakte werk vormen deze antwoorden het startpunt voor het reflectiegesprek.