Reflectie

Door middel van reflectie wil ik de deelnemers in het onderzoek laten leren van de opgedane ervaring (betekenisvolle / grenservaring, Meijers, p. 34). Het gaat niet enkel om de handeling (het maken van zelfportretten), maar om het proces van stilstaan en bewustwording.

Om zo te kunnen bepalen wat zij hieruit mee willen nemen in de eigen praktijk van kunstvakdocent(e) (Reflectie door middel van het verbinden van 'Ik' & 'omgeving') 

De makers laten reflecteren op de zelfportretten vormt een belangrijk onderdeel van de mijn onderzoeksmethode. 

 
Enkele overwegingen:
  • Met het maken van een werk wordt een (reflectie)proces in gang gezet. Mijn eerste gedachte was dit proces niet te willen doorkruisen door tussentijds zelf in gesprek te gaan met de maker over het werk. Want hiermee kan ik – bewust of onbewust en gewenst of ongewenst – een waarde koppelen aan de manier waarop de maker naar zichzelf kijkt gedurende het maakproces. En hiermee loop ik dus het risico de maker te beïnvloeden gedurende het onderzoek.
  • !!! Echter, al snel na het starten van het experiment bleek (op basis van een open vraag per email aan de deelnemers of zij een afstem-moment wilden inplannen) dat alle deelnemers wél behoefte hebben aan tussentijdse reflectie.
  • Na elke opdracht heb ik daarom met de deelnemer via videobellen een gesprek van circa 30 a 45 minuten, waarin we - naast praktische vragen - het maakproces, de inzichten en de invloed op de persoon en de persoon als docent bespreken. Dit maakt het onderzoek wel omvangrijker en intensiever qua tijd dan van te voren bedacht.
    Maar deze gesprekken geven telkens weer veel nieuwe inzichten voor zowel de deelnemer (zelfinzichten door gedachten hardop uit te spreken) als mij in de rol van onderzoeker. Achteraf bezien, vind ik het daarom een positieve wending in mijn opzet.

  • Ook het vertrouwen speelt een belangrijke rol in reflectieprocessen. Ik ken de deelnemers niet (zo goed). Mijn interventie kan (onbewust) zorgen voor minder openheid. Daarom vraag ik hen om zelf te reflecteren op het eigen werk en dit daarna pas (schriftelijk / digitaal) met mij te delen.
    Ik ervaar wel dat het vertrouwen groeit en het na circa 3 gesprekken al meer vertrouwd voelt om elkaar digitaal te spreken. Ik leer de deelnemers steeds wat meer kennen.

  • Ik wil de deelnemers het gevoel geven dat ik in contact sta met hen. Dit doe ik in contacten na elke opdracht, maar ook via email en bijvoorbeeld door het toevoegen van een persoonlijke ansichtkaart bij de opdrachten die ik per post toestuur.

  • Het liefst zou ik de reflectiegesprekken offline uitvoeren, bijvoorbeeld tijdens een boswandeling met de deelnemer. Echter, dit is niet mogelijk i.v.m. Corona-beleid). De gesprekken vinden dus allen online plaats via videobellen.
    Voor het focusgroep-gesprek aan het einde van mijn onderzoek heb ik een kampvuur in gedachten, een kring waarbinnen laagdrempelig en gelijkwaardig ervaringen gedeeld kunnen worden. In de focusgroep kunnen de deelnemers alle individuele ervaringen delen en koppelen aan een gezamenlijk werkgebied: kunstvak-docentschap.
    Mocht dit niet uitvoerbaar blijken i.v.m. Coronabeleid, dan heb ik een alternatief idee met postkaarten. Dit idee werk ik eind januari verder uit. (update 15.03.2021: een kampvuur gesprek is helaas nogsteeds niet mogelijk binnen het Corona-beleid, ik heb daarom definitief de keuze gemaakt voor de postkaarten en de eerste kaarten 16.03.2021 verstuurd)