Bron: Challenging Performance: The Book. 4 Identity – Challenging Performance Auteur: Daniel Leech Wilkinson
Identiteit: wordt in deze publicatie geduid als iemands gevoel van wie deze persoon is of probeert te zijn, de waarden die de betreffende persoon uitdraagt, de voorkeuren / gedragingen / interesses die weerspiegelen wie men is en dat aan anderen kenbaar maken.
Specifiek vanuit de context van (klassieke) muziek duidt Daniel Leech Wilkinson op het fenomeen van overleden componisten en de identiteit die aan deze personen wordt toegekend in (en via) een muziekstuk. Omdat deze personen niet meer leven, kan er enkel worden gesproken over een verwachting (waargenomen, gepercipieerde invulling) van de identiteit (how the persons seems to be). Identiteit staat dan dichter bij een omschrijving van het karakter, dan een volledige duiding van de identiteit. Wanneer een muziekstuk ten gehore wordt gebracht door een uitvoerder, maakt ook de uitvoerder deel uit van de voorgestelde identiteit van de componist. En geeft de uitvoerder zo ook invulling aan de identiteit die kan worden waargenomen door de toehoorder (sociologie: ik & de ander).
Identiteit en het waarnemen van een identiteit heeft binnen de uitvoering van een klassiek muziekstuk, zo wordt omschreven in het hoofdstuk, meerdere lagen en beïnvloedende factoren:
- persoonlijke identiteit, het gevoel van zichzelf (van zowel de componist als de uitvoerder)
- het gevoel van de muziek waarmee de uitvoerder (en voorheen de componist) alsook de toehoorder zich bezighoudt als een weerspiegeling van zichzelf
- het gevoel waarin het beleven van muziek je (kijk op jezelf) verandert
- en daarmee de wijze waarop een veranderde uitvoering (voor de uitvoerder) kan aanvoelen als een poging om zichzelf te veranderen danwel kan aanvoelen als het forceren van zichzelf om zichzelf overeenstemming te brengen met de veranderde identiteit van de partituur
- de mate waarin een uitvoering het gevoel van 'trouw aan jezelf blijven' kan beïnvloeden
Interessant voor De Binnenwereld is: wat wil de maker overbrengen van zichzelf in een zelfportret en hoe wordt deze identiteit gepercipieerd door de ander (de toeschouwer/ toehoorder). Iedereen heeft een andere kijk op een werk, waardoor er in een zelfreflectiegesprek naar verwachting ook telkens andere vragen en onderwerpen ter tafel kunnen komen. Daarbij speelt ook het medium een rol in het (kunnen) overbrengen van de identiteit, het medium kan invloed hebben op het vormen van het zelfportret alsook de waarneming van het zelfportret.
Kanttekening: in dit hoofdstuk wordt niet specifiek gesproken over zelfportretten in de muziek, het zijn autobiografische werken waarin de maker (componist) ook iets van zichzelf laat zien maar niet persé de intentie had om zichzelf weer te geven in het muziekstuk