Boek: Wie ben ik als niemand kijkt

Auteur: Liesbeth Woertman, Uitgeverij Ten Have, 2022
Wie ben ik als niemand kijkt
Een andere kijk op de ou)/der wordende vrouw

 

Interessant om uit dit boek mee te nemen in De Binnenwereld:

  • Het leven is geen rechte lijn van geboorte, groei en bloei naar aftakeling en dood. Groei, bloei en aftakeling zijn er telkens weer, vanaf de geboorte tot aan de dood. Deze processen maken dat we geen constante zijn, maar een mens in ontwikkeling, een zelf-in-relatie-tot-een-ander (voorwoord) Hannah Arendt koppelt hier het begrip nataliteit aan: iedere handeling brengt iets nieuws tevoorschijn, steeds opnieuw kunnen beginnen en daardoor opnieuw geboren worden (p. 57)
  • Kijken is nooit neutraal: weten dat er een blik op mij is gericht, maakt dat ik verander. We verinnerlijken de blikken van anderen (p. 15)
  • Uniciteit (zie ook vd Werff): wordt zichtbaar in onze daden. Met ieder mens is er iets nieuws in de wereld gebracht dat er nog niet was, een eerste en enig iets (p. 18) We zijn allemaal iemand die iets nieuws komt brengen (p. 69)
    p. 147 uniciteit geeft gevoel van verantwoordelijkheid om werkelijk iets tot stand te brengen
  • We leren onszelf kennen via een ander en door wat we maken. wat we doen (p. 19 (Maria Lassnig, schilderen zoals je bent, een kunstwerk toont wie de maker is)
  • Identiteit ontstaat in relatie tot andere mensen. Belangrijk te onderzoeken wie voorbeelden zijn (p. 22) (-> rol van dialoog in De Binnenwereld). We zijn intersubjectief, we zijn met elkaar verbonden en bepalen elkaars identiteit (p. 54)
  • Reflectie: tijd om de balans op te maken en met terugwerkende kracht naar je verleden te kijken en misschien wat meer te begrijpen (p 48)
  • Zelfverwerkelijking: filosofisch concept over de vraag hoe je als mens je mogelijkheden en talenten gedurende je hele levensloop kunt verwerkelijken (p. 51)
  • We leren vanaf de geboorte, maar we leren ook veel af, zoals onze ervaringen van eenheid (p.55)
  • We worden geboren zonder zelfbeeld (en zonder lichaamsbeeld), een baby kent nog geen onderscheid tussen zichzelf en de ander (p. 54, p. 96) 'Een mens is een wezen dat geen oorspronkelijke vorm heeft, maar aan wie die vorm wordt opgedrongen door de ander' (Antoine Mooi, in de greep van taal). Deze quote staat op p. 97, staat voor mij haaks op nature - nurture (aangeboren en aangeleerd, sociologie)
  • Quote René Girard (Franse filosoof, 1923-2015): de mens is een nabootsend wezen, p. 97
    Door de taal vormen we een 'ik' (waarbij ik mij afvraag in hoeverre dit óók bijv. non-verbaal, een handeling of bijv. de stem kan zijn)
  • De neiging tot zelfbegrip en de neiging tot reflectie wordt door neurowetenschapper Daniel Levitin (2020) beschreven als een vorm van wijsheid (p. 117)
  • Schrijfster Clarissa Pinkola Estés omschrijft het 'denken met het hart' de manier om weg te komen uit dualiteiten en het gewone begripsmatige denken p. 119 (in lijn met publicatie Luken)
  • Je hebt elke dag (tot op elke leeftijd) de mogelijkheid om iets te ontdekken wat je nooit eerder zag en dus de mogelijkheid om te blijven groeien (p. 119).
    -> Professionele zelfreflectie kent dus ook geen 'eindgrens'
  • Wereld van het onzegbare is de bakermat van de ziel, de wieg van onze ideeën p. 120 (in lijn met boek Dijksterhuis)
  • Ons verleden is veranderbaar door nieuwe kennis en inzichten en/of toegenomen compassie of mildheid. We zijn in staat het verleden een andere betekenis te geven. (p. 149)
    Identiteit is niet alleen identificatie met wie ik was, met mijn verleden, maar altijd ook gericht naar een toekomst, naar het onbekende, een nieuwe mogelijkheid (p. 159)
  • We zijn pas onszelf in het doorlopend verliezen van onszelf aan dat wat anders is, wat ons vreemd is (De Lange, 2021), quote op p. 152
  • Gaandweg ons leven maken we onze identiteit, we worden wie we zijn door de dingen die we doen. Herkenning en erkenning door andere mensen in daarbij van groot belang (Charles Taylor, 2009). Quote op p. 154
    Raakvlakken met sociologie (boek C. Brinkgreve) en psychologie (vd. Werff)