Werff, J. (2003), Kleine wie-ben-ik Psychologie, eerste druk, uitgeverij Gopher, ISBN 9051790759
J.J. van der Werff is emeritus-hoogleraar in de ontwikkelingspsychologie aan de Rijksuniversiteit van Groningen.
Een reeks korte beschouwingen over de zoektocht naar de individuele persoon naar een beeld van zichzelf: de 'wie-ben-ik'-vraag van de mensen. Het boek geeft een beknopt drieluik van het 'zelf', de vorming van het individuele zelfbeeld, en de rol die de ander daarbij speelt.
Wat neem ik mee uit dit boek:
- Afhankelijke positie van het individu ten opzichte van medemensen. Individuele zelfbeelden worden gevormd onder inspiratie en toeziend oog van anderen (p. 7). De ander & ik
- Ieder mens is uniek. Uniciteit is daarmee onontkoombaar én niet uniek. Zonder de ander kan je niet uniek zijn. Uniek zijn kan ook voor eenzaamheid zorgen (nergens bij horen, niemand zoals jij vinden). P. 35
- Je kan nooit iemand anders zijn dan je bent. Je kan simpelweg niet een ander zijn. Dit is de onontkoombaarheid van de unieke eigen identiteit (p. 10)
- Public self (de buitenkant - Privat self (de binnenkant). -> De binnenwereld Iedereen zal zijn zelfbeeld wel een beetje bijmengen met bijvoorbeeld ideaalbeelden -> Perspectiefvermenging (p. 22)
- Zo wil ik gezien worden = Self presentation (p. 36)
Mensen willen niet alleen zíjn, ze willen ook wórden (p. 29) - My view of me versus Your view of me versus My view of your view of me (p. 36). Dit gegeven wil ik terug laten komen in opdracht 4 van mijn experiment
- Mensen hebben de neiging, zich naar hun eenmaal gevormde zelfbeeld te gedragen en zo zichzelf te stabiliseren (het fundament), p. 43
- Binswanger (wordt aangehaald op p. 17). De ware zelf kan gevonden worden in wat iemand dóet. Wat iemand doet = wat iemand is. De uniekheid van zijn werk. Hierin wordt dus een relatie gelegd tussen mens en (bijv.) het beroep (zoals in mijn onderzoek Kunstvakdocent). Zie ook p. 16
- Existentiefilosofie (p. 17) / schijngestalten (hier sprak Fabian de Beyn ook over tijdens mijn expertgesprek met hem)
- Zelfontdekking = Self discovery. (p. 30)
- Het voortdurend bouwen aan de persoonlijke identiteit en het daaraan gekoppelde zelfbeeld = Permanente zelfconstructie
- Grote persoonlijke veranderingen zetten iemand vaak weer extra aan het denken over zichzelf; sommige attributen in het zelfbeeld verliezen aan gewicht en andere kunnen een van centrale betekenis worden. (dit gegeven hoor ik ook terug in de reflectiegesprekken met de deelnemers)
- Het menselijk bestaan: een wisselspel tussen iemand en niemand
- Als iemand al ooit zichzelf kan zou kunnen zijn, dan in ieder geval niet zonder die zelfreflectie, die het besef mogelijk maakt, iemand te zijn. (p.45)
- Verder verdiepen in Maslow / Peak experiences? (zie p. 14)
- Quote p. 29 ... Waar halen mensen hun zelfbeeld vandaan / Zelfbeeld moet geconstrueerd worden.